Ik heb DCD
prevalentie

DCD lijkt voor te komen bij 5 tot 10% van de schoolgaande kinderen. Deze percentages hangen af van de gebruikte meetmethode en selectiecriteria. In de DSM-IV wordt gesproken van 5 tot 6% van de vijf- tot elfjarigen. De prevalentie van DCD ligt bij jongens drie keer hoger dan bij meisjes (Kabboord, 2003).

Het hebben van DCD blijkt vaak wel in de familie te zitten. Erfelijke factoren spelen een rol, maar er is nog niet bekend om welke erfelijke factoren het gaat. Waarschijnlijk ontstaat DCD ook als gevolg van een combinatie van erfelijke factoren en andere factoren. Broertjes en zusjes hebben een vergrote kans om ook DCD te hebben, het is alleen moeilijk aan te geven hoe groot deze kans is (Schieving, 2007).